ROOSTER DANSOPLEIDING ACTIVITEITEN PODIUM
dansstijlen danshuis haarlem


Dansstijlen



Uitgebreide informatie over de belangrijkste dansstijlen die binnen het Danshuis gegeven.


klassiek ballet
moderne dans
jazzdance
breakdance
streetdance / street & clubstyles



Klassiek Ballet

Klassiek ballet is de oudste vorm van ballet. Het ontstond in Frankrijk en werd beroemd door Koning Lodewijk XIV die veel feesten gaf en een liefhebber van dansen was. In 1661 werd de eerste balletacademie opgericht door Koning Lodewijk XIV. Vroeger dansten de hofmannen op feesten om de mensen te vermaken. Daarna werd het pas echt een sport.

Ballet is de term die gegeven wordt aan een specifieke dans. De meeste balletten bevatten: dans, pantomime, muziek (met orkest of zang). Ballet kan alleen opgevoerd worden of als deel van een opera. Ballet is het meest gekend voor zijn pointes, grand pas de deux en het "hoog met de benen zwaaien". Veel van de ballet technieken gelijken op die van het schermen (zoals vb de positie van de voeten) omdat ballet en schermen rond dezelfde periode ontwikkeld werden of omdat je voor beiden een goed gevoel van evenwicht en beweging nodig hebt. Men zegt dat Domenico da Piacenza de eerste was die de term ballo gebruikte in plaats van danza (dans) voor zijn baletti die later bekend werd als zijn Ballets. De echte eerste balletopvoering was waarschijnlijk die van Balthasar de Beaujoyeulx in Ballet Comique de la Royne (1581). In 1581 schreef Fabritio Caroso Il Ballarino, een handleiding voor de ballet technieken waardoor Italië gezien werd als een groot centrum op het gebied van balletontwikkeling

Het ballet heeft zijn wortels in de Renaissance-hofschouwspelen van Italië, maar werd verder ontwikkeld door het Franse ballet de cour, die bestond uit sociale dansen opgevoerd door de adel met muziek, toespraken, gedichten, liederen, spectakel, decor en kostuum. Het ballet ontwikelde zich meer als een afzonderlijke kunstvorm in Frankrijk tijdens het heerschappij van Loudewijk XIV, die hartstochtelijk bezig was met dans en vastbesloten om de daling in interesse ervoor, tijdens de 17de eeuw, om het tij te doen keren. De koning richtte de Académie Royale de Danse op in 1661, hetzelfde jaar waarin het eerste ballet, die door Jean-Baptist Lully werd gecomponeerd werd uitgevoerd. Deze vroege vorm bestond uit een stuk waarin de scènes door dansen werden gescheiden. Lully hield zich ook bezig met het trainen van professionele dansers in de Académie Royale de Musique, waar de instructie gebaseerd waren op noble houding en manieren.

De 18de eeuw was een periode van enorme vorderingen in de technieken van het ballet en ook de periode waar ballet een serieuze dramatische kunstvorm werd samen met de Opera. Centraal aan deze vooruitgang was het rudimentaire werk van Jean-Georges Noverre, Lettres sur la danse et les ballets (1760), dat zich toespitste op de ontwikkelen van het ballet d'action, waarin de bewegingen van de dansers ontworpen werden om karakter uit te drukken en het verhaal verder uit te beelden. De hervormingen werden ook gemaakt in compositie door componisten zoals Christoph Glück. Tot slot werd ballet verdeeld in drie groepen: sérieux, demi-caractère en comique. Ballet werd ook gebruikt in opera's als onderbrekingen voor de verschillende scènes.

De 19de eeuw was een periode van grote sociale verandering, die in het ballet weerspiegeld werd door een verschuiving weg van de aristrocratie die vroeger het ballet hadden overheerst. Ballerinas zoals Marie Taglioni en Fanny Elssler introduceerden nieuwe technieken zoals de pointtechnieken waardoor hun bekendheid toe nam. Professionele librettisten verwerkten verhalen tot in balletvoorstellingen en leraren zoals Carlo Blasis legden de techniek in de basisvorm vast die vandaag nog wordt gebruikt. De populariteit van het ballet begon na 1850 in de meeste delen van de westerse wereld af te nemen, maar bleef essentieel in Denemarken en, vooral, in Rusland dankzij meesters zoals Augustus Bournonville, Jules Perrot en Marius Petipa. De Russische companies, na de Tweede Wereldoorlog, ondernamen veelvoudige reizen over de hele wereld waardoor het weer populair werd. Het is één van de best bewaarde dansen in de wereld.

Kleding
De beroemde danseres, La Barbarina door Antoine Pesne
Meestal dragen de meisjes (vrouwen) op ballet een zwart balletpak, roze panty, tailleband en (soms) beenwarmers. Een tailleband is een elastieken band die je op hoogte van je taille hebt. Daarmee kun je kijken of je recht staat en hoe hoog je je armen moet houden als je danst. Beenwarmers zijn alleen om warm te blijven, na de warming-up kunnen ze uit. Vaak dragen meisjes zwarte of roze leren/stoffen balletschoenen.
De jongens (mannen) dragen en grijze of zwarte balletmaillot, wit niet lossend T-shirt (in de maillot gestopt), witte sokken en witte balletschoenen. Jongens vanaf ongeveer 12 jaar dragen een dancebelt.

Voetposities
Het klassiek ballet kent de volgende posities:
- Parallel - hierbij staan de voeten op heupbreedte.
- 1e positie - je zet je hielen tegen elkaar.
- 2e positie - je doet de 1e positie en schuift naar buiten (zodat er ongeveer 2 voeten tussen kan)
- 3e positie - je schuift je ene hiel in de wreef van de andere voet.
- 4e positie - je doet de 3e positie en schuift 10 cm naar voren
- 5e positie - voorste voet sluit je aan de achterste. Beiden voeten staan soms parallel aan elkaar, de enige juiste 5de positie is deze positie wanneer je je niet forceert.
Meestal wordt de derde positie alleen gebruikt bij de wat jongere ballerina's en wordt het bij de wat oudere overgeslagen en doet men direct de 5de positie.
De schuine stand van de voeten (bij alle posities behalve parallel) maakt het mogelijk om zeer snel naar voren of opzij te stappen/springen.

Opbouw van de les
Tijdens de Franse lessen wordt er meestal begonnen met opwarmingen op de grond, gevolgd door opwarmingen aan de barre (dit is een vaak een houten stok, waar bij je bij de oefeningen steun aan hebt, deze is bevestigd aan de muur, of staat op voetstukken). Aan de barre worden vooral de voet- kuit- en beenspieren getraind om blessures te voorkomen. Tijdens de Russische balletlessen wordt er begonnen met een opwarming aan de barre gevolgd door opwarmingen op de grond. Enkele voorbeelden van oefeningen aan de barre zijn:
- pliés (knie-buigingen)
- relevé, op de tenen staan, balans houden
- port de bras, "dragen van de armen" (arm-houdingen), samen met hoofd- en bovenlichaam
- cambré, vloeiende buigingen van het bovenlichaam samen met armbewegingen
- tendu, tendu's (voet gestrekt opgooien of uitstrekken op de maat van de muziek)
- rond de jambe (cirkels van gestrekt been met 1 voet aan de grond of los van de grond, met gebogen werk-been)
- richtingen in de ruimte, en avant, en arrière, à la seconde, effacée, croisé, écarté
- fondu (betekent "smelten", bewegingen waarbij twee benen tegelijkertijd buigen of strekken)
- passé, één been gebogen optrekken
- sur le cou de pied, één voet laag optrekken tegen andere voet, om enkel heen
- frappé (slaan, kloppen) snelle, felle beweging van been, uitvouwen en weer in
- serré, zeer snelle schud-beweging van één voet tegen de enkel, werkbeen blijft gebogen
- développé, langzaam en hoog één been uitvouwen
- arabesque, één been achter in de lucht houden
- arabesque penchée, been achter hoog in de lucht waarbij het bovenlichaam ver naar voren buigt
- attitude, één been ruim gebogen omhoog houden
- grand battement, krachtig één been gestrekt opgooien
- pied à la main, voet in de hand, been rekken met de voet vast van het werk-been
- spagat, één been voor, één been achter, benen rekken, waarbij men op de grond zit, benen in hoek van 180 graden
Hierna volgen in de zaal, los van de barre, snelle en langzame combinaties van passen, met de namen allégro (snel), adagio (langzaam) en op de diagonaal bijvoorbeeld snel draaien en springen.
Enkele namen van passen zijn:
- temps lié
- pas de basque
- balancé,glissade
- changement
- chassé
- pas de chat
- pas de bourrée
- échappé
- jeté
- assemblé
- pirouette
- fouetté
- piqué
- déboulé
- cabriole
- couru
- grand jeté

Spot
Als balletdansers/danseressen een pirouette draaien, bewegen ze hun hoofd snel in het rond. Daarbij gebruiken ze een spot: dit is een plek (bijvoorbeeld in het decor) waar ze zich op concentreren terwijl ze draaien. Hierdoor wordt men niet duizelig. Ze blijven net zolang naar het punt staren als ze kunnen, tot hun lichaam het niet meer toelaat. Dan draaien ze hun hoofd snel de andere kant op en concentreren ze zich weer op de spot.

Terug




Moderne Dans

De moderne dans greep terug op primitieve principes; het lichaam dient als expressie en communicatiemiddel. De emoties en psychologie van de twintigste eeuwse mens werden bepalend voor de moderne dans en voor de wijze waarop het spierenstelsel getraind moest worden. Naast Martha Graham behoorden ook Doris Humphrey, Charles Weidman, Helen Tamaris, en Hanya Holm tot de pioniers.

Moderne dans is ontstaan in het begin van de twintigste eeuw, toen men op zoek ging naar andere bewegingsvormen dan die van het klassiek ballet. De vernieuwingen in het westerse ballet,de opkomst van de moderne dans en van de jazzdans zijn ontwikkelingen die voor een groot deel parallel liepen. Vanaf het begin de vorige eeuw is de danskunst sterk in beweging geweest. Bij de opkomst van de moderne dans heeft Isadora Duncan een grote rol gespeeld.

Na een klassieke balletstudie is zij haar eigen weg gegaan,zich sterk afzettend tegen de ballet-conventies. Voor haar was de individuele artistieke expressie in dans primair. De dansbenadering van Isodora Duncan stond in zekere zin dichterbij de pantomime dan bij ballet. Zij heeft veel dansers en choreografen geïnspireerd in het zoeken naar nieuwe vormen van dans. Hoewel de opkomst van de moderne dans door haar is geïnspireerd, is haar invloed niet van doorslaggevend belang geweest. In 1904 stichtte ze in Berlijn een eigen school van waaruit haar benadering meer en meer bekendheid kreeg.

In 1905 maakte Duncan haar debuut in Rusland, waar ze veel discussie in de wereld van het ballet ontlokte omdat haar opvattingen aansloten op die van de avantgardisten in de Russische danskunst. Bijvoorbeeld Michel Fokine, die later de gangmaker van de vernieuwing in het ballet werd. Twee andere vernieuwers waren Ruth St.Denis en Ted Shawn, van de Dennisshawn school, gesticht in 1915. De school was in de Verenigde Staten de bakermat van de moderne dans. Martha Graham verliet de Denisshawn Company in 1923 omdat ze zich daar artistiek niet op haar plaats voelde. Na twee jaar revuedanseres te zijn geweest, werd ze lerares en gaf ze in 1926 samen met haar leerlingen voorstellingen die nu worden beschouwd als de eerste manifestatie van de moderne dans. De moderne dans is vooral in de jaren dertig tot ontwikkeling gekomen. Graham vervolmaakte haar moderne danstechniek en sindsdien is de moderne dans naast ballet een nieuwe discipline geworden.

De Grahamtechniek

Hetgeen Graham vooral bekend om staat was haar manier van dansen, die expressionistisch en experimenteel van aard was. Zij ontwikkelde een geheel eigen techniek, die ook wel de ‘Grahamtechniek’ wordt genoemd. Deze techniek gaat uit van het ritme van de ademhaling. Ook het dansen vanuit de buik staat centraal. Je buik vormt het centrum van je lichaam en tevens het centrum van je gevoel. De basis van de Grahamtechniek wordt gevormd door het spannen en ontspannen van spieren, ook bekend als ‘contraction’ en ‘release’.
Een ander aspect wat in de techniek van Graham duidelijk naar voren komt is het contact van de danser met de grond. Graham beschouwde de vloer als het landschap van de danser. Vanuit deze filosofie creëerde zij ook bewegingen die zittend of zelfs liggend uitgevoerd moesten worden.

De techniek die Graham ontwikkelde stond hierdoor haaks tegenover het academische (klassieke) ballet. Bestond het klassiek ballet uit strikte voorschriften over hoe de dans moest worden vormgegeven, zo nam Graham het gevoel als drijfveer. Een andere grote tegenstelling werd gevormd door het schoeisel dat gebruikt werd. In het academisch ballet was het gangbaar om spitzen te dragen, waarmee de danser los kon komen van de aarde en als het ware kon zweven. Graham danste echter op blote voeten om het contact met de grond zoveel mogelijk te behouden.

Terug




Jazzdans

Oorspronkelijk komt de jazzdans uit Frankrijk en de USA. Het begon in frankrijk met het klassieke ballet. Je moest een heel strak knotje in je haar, want er mocht niks in je gezicht komen. Je moest (als je een voorstelling gaf) een tututje aan, het bovenste was van strak stof en rekbaar stof. Jazzballet heeft eigenlijk niet zoveel met jazzmuziek te maken, want als muziek om op te dansen wordt van alles gebruikt, van de Spicegirls tot The Rolling Stones. Onder de noemer jazzballet vallen heel veel stijlen, eigenlijk zou je kunnen zeggen dat elke choreograaf en danser een eigen stijl kan hebben.

De jazzdans leent dus uit verschillende stijlen, technieken en toepassingen. Zo is de musical en showdans een richting binnen de jazzdans en zijn er veel aanknopingspunten met populaire dansvormen. Het karakter van de jazzdans is eclectisch, dat wil zeggen het kiest bewegingselementen uit andere danstechnieken en stijlen. Deze elementen worden in de danstraining en choreografie gecombineerd met de kenmerkende authentieke jazzelementen. Bijvoorbeeld de toepassing van etnische thema's van Afrikaanse en Caribische origine. Katherine Dunham en Pearl Primus beiden antropologen baseerden veel van hun choreografisch werk op etnische thema's.

Zwarte dansers gingen tegen het einde van de jaren twintig op zoek naar een nieuwe artistieke inhoud voor hun dans. Ze grepen terug op verschillende historische elementen van de zwarte cultuur. De eerste voorstellingen waarin jazzdanschoreografie en uitvoering centraal stond was het "Danceconcert" van de "Negro Art Theatre Dance Group" van Hemseley Winfield in april 1931. De choreografieën waren geïnspireerd op de vroege zuidelijke spirituals, een aspect dat nog nooit eerder voor dans was gebruikt. John Martin, een gezaghebbende recensent, noemde het concert "The outstanding novelty of the dance season". Hemseley Winfield was een pionier in de jazzdanschoreografie. Door zijn benadering die deels wortelde in het verzet van de moderne dans tegen het traditionele ballet, is de "Dance Spiritual" een begrip geworden. Ook door anderen werden er pogingen ondernomen choreografische inspiratie te ontlenen aan traditionele culturele thema's bijvoorbeeld in reconstructies van oorspronkelijke Afrikaanse rituele dans uit de periode van de slavernij.
Jazzballet

Daarnaast bestaat er ook jazzballet. De bewegingen en techniek volgen niet die van het klassieke ballet. Ze zijn ten opzichte van het oudere klassieke ballet duidelijk vrijer en gebaseerd op populaire muziek (jazz, rock, hiphop enz.). Jazzdans is een jonge tak in het hedendaagse dansveld en maakt gebruik van verschillende dansvormen. Een van de elementen waardoor de jazzdans zich van andere dansvormen onderscheidt, is het gebruik van de isolatietechniek. Dat betekent dat een gedeelte van het lichaam zich onafhankelijk kan bewegen van de rest van het lichaam, bijvoorbeeld het hoofd, de schouder, of de ribcage (wervelkolom), of in combinatie met weer andere delen van het lichaam die zich ook weer onafhankelijk bewegen. De basistechniek van de jazzdans gebruikt de fundamenten van ballet, moderne dans, tapdans, blackdance b.v. the turkey trot, monkey, chicken scratch, kangaroo dip, bunny hug en later de black bottum, de shim sham shimmy en de lindy hop.

Terug




Breakdance

Ook bekend als breaking of b-boying. Het vormt samen met rap, graffiti en dj-en de vier elementaire onderdelen van hiphop. Breakdance is ontstaan eind 1970er jaren, begin 1980er jaren in de zwarte achterstandswijken in New York. Dj’s in die tijd, zoals Afrika Bambaataa, Grandmaster Flash en DJ Kool Herc, begonnen draaitafels en een mixer te gebruiken om zo, een break in een nummer eindeloos door te laten draaien. Breakdance was uitgevonden om te dansen op deze nieuwe muziekstijl, die eerst bekend stond als electro, en zich later ontwikkelde tot hiphop en rap.
Voordat de dans "breakdance" of "breaking" werd genoemd, werd het "b-boying" genoemd. Een b-boy ("break boy" of "boogie Boy") is iemand die, op de instrumentale muziek van de scratchende dj, zijn unieke dansbewegingen laat zien binnen een cirkel van mensen. De eerste b-boys zaten in de groepen Yoke City Mob, Young City Boys en de Rockwell Association. Veel van de leden uit die groepen werden later leden van de welbekende Rocksteady Crew.

Oldskool vs newskool
Bij oldskool worden de b-boys (of b-girls) bedoeld die nog steeds dansen volgens de manier die in de jaren tachtig ook gebruikelijk was. Zij proberen trouw te blijven aan de oorsprong en de originele moves van breakdance. Daartegenover staat newskool, waarbij de b-boys nieuw nog nooit eerder gedane moves proberen. Ze proberen zich door een originele stijl en de beste moves te onderscheiden van de rest.

Jams
De b-boys (breakdancers) doen ook mee aan verschillende competities. Dit zijn vaak regionale bijeenkomsten die b-boy jams genoemd worden. Voorbeelden van enkele grote en bekende jams zijn Freestyle Session en Battle of the Year (meestal afgekort met BOTY). Soms worden er door de b-boys zelf jams georganiseerd, maar vaak worden er door professionele organisaties met behulp van vele sponsors complete competities georganiseerd. Bij Battle of the Year bijvoorbeeld worden er over heel de wereld eerst nationale voorrondes gehouden. De winnaars van de nationale voorrondes gaan door naar de internationale finale.

Crews
Groepen van breakdancers die samen dansen worden crews genoemd. De crews komen gewoonlijk op de jams tegenover elkaar te staan om in een battle tegen elkaar te strijden. Gemiddeld bestaat een crew uit ongeveer acht personen. Maar dit mag ook meer of minder zijn.

Battle
Bij een battle wordt beslist door een jury welke danser het beste is. Er zijn vele soorten battles: 1 on 1, 2 on 2 en crew battles zijn de bekendste. Een andere vorm is de zogenaamde "seven to smoke". Bij deze vorm van een battle strijden acht b-boys om de overwinning. De battle duurt twintig minuten of eindigt wanneer een van de b-boys de andere zeven verslagen ("gesmoked") heeft.

Competities
Sinds een tiental jaren zijn er in Nederland een aantal breakdance-competities. Dit is ontstaan omdat men graag de breakdance-battles wat gestructureerder wou zien. Er werden competities opgezet, gewoonlijk via een aantal regionale voorrondes, gevolgd door een landelijke finale van de winnaars van de voorrondes. Bekende competities in Nederland zijn Spinoff en DBC (Dutch Bboy Championships), waarvan de winnaaar doorgaat naar een internationale finale, en sinds kort Jammin on Beat. In het buitenland zijn vele grote internationale competities, zoals BOTY (Battle Of The Year) (wereldwijd), Freestyle Session (wereldwijd), Circle Kingz (Europees), en Evolution (Verenigde Staten).

Moves
Bij breakdance zijn ontelbaar veel verschillende moves ontwikkeld. Ze zijn op te delen in een aantal categorieën. Zo heb je het footwork waarbij het gaart om de snelle pasjes op handen en voeten over de grond, hierbij word vaak een cirkelvormige beweging gevolgd. Daarnaast heb je de toprocks. waarbij staand wordt gedanst. Bij deze vorm van dansen probeert de danser om elk geluidje in de muziek te pakken met zijn bewegingen. Een andere vorm van breakdance zijn de powermoves. Van deze moves zijn enkele voortgevloeid uit het turnen, bijvoorbeeld de "Thomas Flare". Het zijn acrobatische series waarbij vaak slechts met de handen en schouders de grond wordt aangeraakt.
Breakdance heeft allerlei bewegingen overgenomen uit onder andere traditionele Afrikaanse dans, Chinese vechtsporten en de Braziliaanse vechtsport capoeira. Enkele bekende breakdancing-bewegingen zijn:
- freeze
- airflare
- headspin
- windmill
- float
- kick
- swipe
- suicide
- sixstep en threestep
- airtrack
Deze 'moves' gebruik je midden in een 'run'. Je begint een run met de toprock.
Verwante dansstijlen aan breakdance zijn:
- popping
- locking
- Electric boogie

Terug




Street & Clubstyles

Onder de verzamelnaam street & clubstyles vallen een hoop bijzondere dansstijlen zoals: old school hiphop, new school hiphop, voguing, waacking, locking en popping en nog vele andere dansstijlen. De reden dat we al deze dansstijlen onder het kopje street & clubstyles plaatsen is omdat de stijlen vanaf de straat of vanuit de club zijn ontstaan. Het is een bijzondere cultuur, waarbij respect en waardering voor de ander voorop staat. Waacking en voguing zijn onder andere stijlen die vanuit de clubs zijn ontstaan. Homoseksuelen, transgenders en ieder ander mens kon zich hierbij uiten via dans om zichzelf te kunnen en mogen zijn. Deze mensen werden vaak gediscrimineerd of respectloos behandeld in het dagelijks leven. In de clubs konden zij hierbij zichzelf uiten en hadden zij het gevoel dat ze konden zijn wie ze wilden zijn.

Hiphop is ontstaan op de straat. Vele namen van de stijl zijn ontstaan vanuit een sociale context. De mensen konden zich wederom ook hierbij goed uiten via dans. De mensen dansten omdat zij er plezier aan beleefden en jamden vaak op straat. Meestal werden er dan namen gegeven aan de passen. Zoals bijvoorbeeld the wop of the running man. De bounce is een belangrijk element bij de hiphop dansstijl. Er zit een bepaalde Groove in, een bepaald ritme en muzikaliteit die heel belangrijk is om de stijl te leren beheersen. Wat belangrijk is om te weten over de street en clubstyles is dat behalve dat het een dansstijl is die we kunnen leren en beheersen, het ook een cultuur op zich is. Dans kwam vanuit plezier, jezelf kunnen en mogen zijn en een bepaald respect naar elkaar tonen. Dans is hierbij zelf soms ontstaan, omdat de mensen dit respect niet terug kregen en gediscrimineerd werden. Het was een manier om zich te kunnen uiten. Het respect tonen naar elkaar is iets wat de cultuur hoog wil houden. Respect naar elkaar en dus ook respectvol omgaan met de cultuur en de stijlen die deze met zich meebrengt is zeer belangrijk en dat willen we graag in stand houden.

Terug


winkelwagen